Molukse zaken: Musik Maluku

Musik Maluku

door Herman Keppy

Bij mijn weten is er niet eerder een overzichtswerk verschenen waarin de Molukse muziek en haar vertolkers worden beschreven. Dus hulde aan Victor Joseph en Rein Spoorman voor het vullen van die lacune met Musik Maluku. De geschiedenis van de Molukse muziek in Nederland, Jakarta en Maluku.
Het is een toegankelijk geschreven boek, dat onder meer de oorsprong van de specifiek Molukse muziek beschrijft, de gebruikte instrumenten, stijlen als traditionele lagu lagu (liedjes), hawaiian, pop en jazz, en de musici in Nederland en Indonesië. Voor de biografietjes van de musici, zowel groepen als soloartiesten, is 60 procent van de 250 pagina’s vrijgemaakt. Zo is het boek tegelijk een handig naslagwerk voor als je bijvoorbeeld nog eens precies wilt nakijken voor welke bands topgitarist Rudy de Queljoe ook alweer heeft gespeeld (zoals Brainbox, Dragonfly en Massada).
Dat alles voor slechts € 16,50 – waarschijnlijk zo goedkoop dankzij de subsidie van CEWIN en omdat de makers er niet rijk van hoeven te worden. Dat laatste siert muziekliefhebbers Victor en Rein, want het toont aan dat ze het belangrijker vinden dat het verhaal wordt verteld en verspreid.


Moluccan Moods
Victor Joseph is al decennia actief als journalist in de Molukse gemeenschap en treedt de laatste jaren steeds meer op als een soort promotor van Nederlands/Molukse muziekacts die in Indonesië optreden. Rein Spoorman is een musicus en musicoloog die al eerder onderzoek deed naar Molukse muziek. Hij speelde saxofoon in het Moluccan Moods Orchestra, dat in de jaren tachtig onder leiding van Eddy Lekranty met name in het Amsterdamse Paradiso en in de Molukse gemeenschap successen vierde.
De schrijvers van het boek hebben een enorme hoeveelheid informatie verwerkt, daarbij flink gezocht naar verhalen en foto’s van de artiesten, en waarschijnlijk ook (weer) naar een hoop platen, cassettetapes, cd’s en mp3’s geluisterd. Met goed resultaat, al blijft er desondanks veel te wensen over voor kniesoren als de recensent van dienst.
Neem het hoofdstuk Traditionele dansen en folklore. Dat beslaat drie pagina’s. Dat is wel zeer karig in de wetenschap dat de Molukken bestaan uit 1400 eilanden die bevolkt werden en worden door honderden van elkaar verschillende volkeren en stammen – want, eh nee, de Alfoeren, van wie ook volgens Joseph en Spoorman de Molukkers afstammen, zijn geen volk maar een term die door buitenstaanders werd gebruikt als verzamelnaam voor de mensen in de regio.


Burgeroorlog
Terecht wordt geschreven over het belang van de lagu lagu voor Molukkers, maar slechts kort wordt aangehaald welke vormen er zijn: ‘Er werd gezongen over visvangst, roeien, landbouw, de schoonheid van de eilanden, de liefde en het verlangen.’ Dat is het. Waarom niet wat bekende liedjes uitgeschreven en geduid? Wel goed is dat van een aantal klassiekers de (waarschijnlijke) componist wordt genoemd, maar het is slechts een begin, er moet meer bekend zijn. Zo heeft drs. Jules Pattiselanno, verbonden aan de Pattimura Universiteit op Ambon, uitvoerig onderzoek gedaan naar oorsprong en stijlen van de lagu lagu, maar zijn naam is niet te vinden in de bronnenlijst achter in het boek. Misschien is dat omdat het zou kunnen dat zijn onderzoeksresultaten geheel of gedeeltelijk verloren zijn gegaan in de burgeroorlog die op de Molukken woedde rond de eeuwwisseling.
Die burgeroorlog heeft destijds gezorgd voor een hausse aan cd’s, al dan niet ten behoeve van het goede doel, waarin het verdriet over de gebeurtenissen wordt bezongen, maar die muziek – vaak niet al te best, om eerlijk te zijn – wordt overgeslagen. Dat is vreemd, want de burgeroorlog had uiteraard een enorme impact op Molukkers waar ook ter wereld.



Wat is er geworden van het Ambonees Gemengd Koor Excelsior?

‘Indische’ liedjes
De groep die naar Nederland is gekomen, had vooral een militaire achtergrond. Daarom is het ook jammer dat er zo weinig in het boek is terug te vinden over de liedjes die door Molukkers werden gecomponeerd en gespeeld in de legerkampen overal in de Indonesische archipel. Izaak Thenu, de beroemde soldatendominee van de Acehoorlog, schreef rond 1900 liedteksten. De gevreesde Molukse marechaussees adapteerden het altijd bij huwelijken gezongen Manisé, manisé, su terlalu manisé tot hun lijflied Marsosé, marsosé, su terlalu marsosé. Tijdens de beruchte strooptocht van houwdegen Van Daalen op Sumatra werden speciaal voor de Molukse soldaten muziekinstrumenten in de bagage meegedragen door dwangarbeiders (de zogenoemde ‘kettingberen’). Zo kwam het dat van vroegs af aan met name de Molukse liedjes tot standaard werden verheven in het gehele Koninklijk Nederlands-Indisch Leger. Met gevolg dat die liederen bijvoorbeeld werden gezongen door de KNIL-militairen die tijdens WO2 gevangen zaten in het Duitse Colditz en dat hele lichtingen Nederlandse militairen die daarna werden gemobiliseerd om in Indonesië te vechten een zangbundeltje meekregen dat naast liederen als Stoere jongens, flinke knapen en Berg op Zoom houdt u vroom ook een flinke hoeveelheid ‘Indische’ liedjes bevatte, die alle Moluks blijken. Niet niks, maar we lezen er niets over.


Jonkie Pelupessy in de Star-Club in Hamburg

Koninklijke Marine
Onder de ongeveer 80 Molukse marinemannen die naar Nederland zijn gekomen, bevonden zich proportioneel veel muzikanten. Ze zijn op Polygoonbeelden al marcherend te zien als orkest tijdens parades van de Koninklijke Marine in Surabaya. Dat zijn toch zaken die in een boek met de titel Musik Maluku moeten worden genoemd.
De nakomelingen van de marinemensen blonken in Amsterdam en Den Helder uit tijdens de opkomst van de rock ’n roll in Nederland, net zoals hun leeftijdsgenoten van KNIL-vaders in de Ambonezenkampen van weleer. Dan is het opvallend dat de bij alle Indorockers én ene Paul McCartney zeer bekende marinezoon Jonkie Pelupessy uit Amsterdam niet voorkomt in het boek. Hij speelde als gitarist en drummer jarenlang in Duitsland. Kan gebeuren, maar vreemd genoeg zijn wel biografietjes opgenomen van de Tielman Brothers, de Blue Diamonds en Anneke Grönloh, terwijl die toch echt niet Moluks zijn. Ook de Molukse poppioniers uit Den Helder ontbreken, zoals de gebroeders Lewakabessy, die nog steeds spelen op bruiloften en partijen. Vreemd, omdat juist ook de alleen onder Molukkers bekende typische feestbandjes aan de orde komen, zoals Foco en de H.O.U.S.J.t-band. In dit verband ontbreekt in de opsomming trouwens ook de populaire Sound of NJOY uit Lunteren, opgericht door Njonkie Manuputty.



Bram Aceh, legendarisch crooner van de keroncong

Keroncong
Een muziekvorm die er onterecht bekaaid van afkomt, is keroncong (ook wel krontjong). Kennelijk ligt die muziek de makers van het boek minder, maar had dan iemand gevraagd die er wel affiniteit mee heeft, bijvoorbeeld musicoloog Lutgard Mutsaers, om een bijdrage te leveren. Met name Indische en ook Molukse muzikanten blonken voor de oorlog uit in deze muziekvorm, die werd verguisd door de Nederlanders. Na de Tweede Wereldoorlog werd het dé muziek van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. Onder de vertolkers menig Molukker, zoals bijvoorbeeld Caatje Hehanusa en Tjo de Fretes die overigens wel worden genoemd, maar over wie veel meer zou moeten worden geschreven.
Echt beroemd in Indonesië – en dat is niet niks in een land dat tegenwoordig ongeveer 274 miljoen inwoners kent – is Bram Aceh, pseudoniem van de Molukse keroncongzanger Bram Titaley.  Zijn naam ontbreekt in het boek. Tuurlijk, het kan nooit volledig zijn, maar kom op: Bram Aceh? Tja, en als je, met alle respect, obscure eendagsvliegen uit de Molukse wijk noemt, waarom mist dan het duo Franky & Jane? Broer en zus Sahilatua uit Surabaya hadden in 1978 een tophit met Bis Kota, nogmaals in dat immense Indonesië. Bis Kota wordt daar tot op de dag van vandaag gezongen door straatmuzikanten.



Tienduizenden cassettes moeten er over de toonbank zijn gegaan van Franky & Jane.

Simon Tahamata
Tot slot, om te laten zien hoe belangrijk muziek is voor de gemiddelde Molukker, had vermeld kunnen worden dat Molukse hoogwaardigheidsbekleders in Indonesië tijdens evenementen eerder in de regel dan niet naar de microfoon grijpen om een lagu ten gehore te brengen. Zo iemand was de minister van Volksgezondheid, Jo Leimena. In Nederland zijn er ook zulke vreemde eenden in de bijt op het podium te vinden. Neem bn’er en bm’er Simon Tahamata, die zingend op tv was te zien. Van hem verscheen bovendien tijdens zijn interlandloopbaan een single: We gaan naar Rome.
Sudah, Musik Maluku vult een leemte in de Molukse geschiedenis en in die van de internationale muziekhistorie, en is elke cent van die € 16,50 waard. Maar er zijn meer boeken te vullen over dit onderwerp of onderdelen daarvan. En, waar het boek nu zakelijk, praktisch en in zwartwit is uitgegeven, zal de liefhebber vast bereid zijn meer te betalen voor een professioneel vormgegeven, luxere en aantrekkelijkere uitgave in kleur.


Victor Joseph en Rein Spoorman, Musik Maluku. De geschiedenis van de Molukse muziek in Nederland, Jakarta en Maluku, Stichting Instituut Multiculturele Muziek Studies, 2023






 
Share our website