Chinese familiefoto’s en -verhalen


Chinese familiefoto’s en -verhalen

door Esther Wils

In zijn bespreking van Patricia Tjiook-Liems Chinezen uit Indonesië. De geschiedenis van een minderheid (Walburg Pers, 2022), verwijst Herman Keppy naar een eerdere uitgave onder redactie van deze auteur: Een foto vertelt. Vijftig familieverhalen van Chinezen uit Indonesië. Dat boek met persoonlijke verhalen en foto’s, verzameld door de Stichting Chinese Indonesian Heritage Centre (CIHC), werd in 2019 uitgegeven door Stichting Tong Tong en bood wat het nieuwe boek grotendeels miste: concrete, individuele inkijkjes in die nog tamelijk verborgen geschiedenis. Kennelijk was Tjiook-Liem (Cheribon, 1939) al eerder van plan het foto-met-verhalenboek opnieuw uit te geven, want Chinezen uit Indonesië gebruikt voor het omslag eenzelfde typografie als het fotoboek, waardoor er nu een fraai tweeluik ligt.


Indies tijdschrift wijdde in het nulnummer (najaar 2019) aan de eerste editie al een artikel door Mei Li Vos, maar ik vestig met plezier nog eens de aandacht op deze herdruk – de eerste oplage was heel snel uitverkocht, en terecht. De kwaliteit van het boek ligt niet zozeer in de informatie; die wordt broksgewijs en impliciet gegeven, voor zover aanwezig in de verhalen van de betreffende fotobezitter. Voor het broodnodige kader is juist Chinezen uit Indonesië belangrijk. Maar veel van de foto’s zijn fascinerend. En ze tonen maar weer eens hoe gemengd de Indische samenleving was. Er wordt vaak gesproken van ‘de Chinezen’, maar als je de mooie portretten bekijkt, zie je veel Indonesische trekken bij de peranakan Chinezen – die als ‘kinderen van het land’ veelal afstammen van een Chinese stamvader (de eerste migrant) en een Indonesische vrouw; zij spraken over het algemeen uitsluitend nog Indonesisch. Er was ook een groep ‘totok’ Chinezen, nieuwelingen met ‘ongemengd bloed’, die onderling Chinees bleven spreken. Zo treffen we in het boek de dochter van een diplomaat die was uitgezonden naar Medan; zij kwam na een idyllische Indische jeugd in 1940 terug in een chaotisch China.


Go Sian Lok (hierboven, Jombang, 1874 – Malang, 1943) was een van de zeldzame peranakans die zich toelegde op de Chinese taal en cultuur, en daardoor – en dat was ook een uitzondering – ook aanzien verwierf onder totok-Chinezen. Zijn bijzondere boekencollectie is geacquireerd door de Universiteit Leiden. De liefde voor en kennis van de Chinese taal en klassieken werden in zijn familie wel doorgegeven en hij legde zich er als autodidact, calligraaf en verzamelaar nog nader op toe – hij verdiende zijn inkomen in het distributiebedrijf van zijn vrouws familie.


De hierboven afgebeelde oud-leden van Chung Hwa Hui, de Chinese studentenvereniging in Nederland, hielden op 17 en 18 april 1927 een congres in Semarang. In tegenstelling tot Go Sian Lok hadden zij hun intellectuele ontwikkeling dus in Nederland genoten. In het midden met stropdas Yap Hong Tjoen, links van hem Oei Hong Hauw, beiden voormannen. De foto is gemaakt door de Japanner Saito. De opkomst was groot, er werd vergaderd en gedineerd, en de oud-leden, allen in het pak, richtten een nieuwe vereniging op ter verbetering van de positie van Chinezen in Indië. De al even deftige dames – hier niet afgebeeld, maar in het boek wel – droegen pothoeden, parelkettingen en jurken met een verlaagde taille, zoals de Europese mode in die tijd voorschreef.


De drie vrolijke kinderen die hierboven op de trap van de voorgalerij zitten en zo te zien bruiloftje spelen, zijn van boven naar beneden: Wen Han, haar zus Mulan en hun broertje Kung. Het album met de foto is bij de inval in Sidoardjo, Oost-Java, door Japanse soldaten ontvreemd en later op de markt teruggekocht door de moeder van de kinderen. Hoe het de familie in deze roerige tijd verder verging, vertelt het lange bijschrift niet – in zoverre is het ‘familieverhalen’ uit de titel wel wat geflatteerd, het gaat meer om fragmenten.


Tijdens de Japanse bezetting hadden de meeste jongens hierboven op hun Chinese school veel basketbal gespeeld en daardoor konden ze in Nederland op het hoogste niveau meedoen, schrijft nummer 10, Hans Go. De Amsterdamse politie stelde haar sportzaal aan de Marnixstraat beschikbaar, waar de basketballers ook konden douchen – destijds een luxe! We zien het team van de naoorlogse studentenvereniging Chung San Hui, circa 1950 – Chinese studenten in Nederland zijn dus een constante geweest. Go schrijft dat de mogelijkheden voor Chinezen om in Indonesië te studeren vlak na de Tweede Wereldoorlog zeer beperkt waren en dat de studenten zich in die tijd meer op China dan op Indonesië richtten. Dat behoeft wel wat context; het is bekend dat de positie van Chinezen in Indonesië in de jaren vanaf ’45 precair tot hachelijk is geweest. Wie geïnteresseerd is in de achtergronden kan dus terecht bij Chinezen uit Indonesië.
Een foto vertelt toont voornamelijk de hogere klassen; het speelt zich af op Java en in Nederland, men kon zich een toestel of een fotograaf permitteren. De ‘koelies’ die onder ellendige omstandigheden op plantages en in de mijnbouw werkten, blijven buiten beeld, net als andere Chinezen in de buitengewesten. Ook Chinezen uit Indonesië beperkt zich tot Java, maar dat is dan ook al een formidabel werk geweest voor voortrekker Tjiook-Liem, die al in de tachtig was toen zij haar onderzoek voltooide. Hopelijk treedt er nog iemand in haar voetsporen om ook de geschiedenis van de vele Chinezen in de buitengewesten onder te brengen in een geïllustreerd overzichtswerk.


Ing Lwan Taga-Tan, Patricia Tjiook-Liem en Yap Kioe Bing, samenstelling en redactie, Een foto vertelt. Vijftig familieverhalen van Chinezen uit Indonesië, Walburg Pers 2023 (herdruk van de uitgave uit 2019, verschenen bij Stichting Tong Tong)
Alle afgebeelde foto’s komen uit privécollecties en staan ook in het boek.


 
Share our website