Stolpersteen Anton de Kom geplaatst



Woensdagmiddag 29 juni werd in Den Haag een stolpersteen aangebracht in de stoep voor het huis waar Anton de Kom (1898–1945) en zijn gezin hebben gewoond. In de Johannes Camphuysstraat voor nummer 296 hadden zich om 15 uur tientallen buurtbewoners en hoogwaardigheidsbekleders verzameld.

Aanwezig waren onder meer Franc Weerwind, minister voor Rechtsbescherming; Rajendre Khargi, ambassadeur van Suriname (die net op tijd kwam om als laatste een speech te geven), en Ange de Beer, die zich met buurtbewoners heeft ingezet om de stolpersteen te krijgen. B&W van Den Haag blonken uit door afwezigheid.
De belangrijkste gast was zonder twijfel Judith de Kom, de inmiddels 91-jarige dochter van de Surinaamse schrijver, nationalist en verzetsheld. Geëmotioneerd vertelde zij hoe haar moeder hier voor het erkerraam nog jaren had uitgekeken naar de terugkomst van haar man. Hij bleek vlak voor de bevrijding al omgekomen in een buitenkamp van Neuengamme.
Het verhaal van Anton de Kom werd ter plekke kort maar helder verwoord door Carl Haarnack, voorzitter van de Anton de Kom Stichting. Hij was zo vriendelijk het aan Indies tijdschrift te sturen. Het volgt hier onverkort.





Toespraak bij de installatie van de stolpersteen voor Anton de Kom
door Carl Haarnack

Zijne Excellenties Franc Weerwind en Rajendre Khargi, mevrouw Judith de Kom, mevrouw Ange de Beer, familieleden De Kom, beste aanwezigen,

Acoeba Adiosie O, Adiosie
M'oema, no kré m' goedoe
na fetie mie o fetie
ti mie fong ding
mie sa cong baca.
 
(Vaarwel, vaarwel Acoeba,
Ween niet, mijn vrouw, mijn schat,
Vechten ga ik en strijden.
Pas na de overwinning
kom ik terug.)

In zijn boek Wij Slaven van Suriname herinnert Anton de Kom zich deze oude versregels die in zijn jeugd, begeleid door een snaarinstrument, werden gezongen. Welke strijd streed De Kom? Natuurlijk staat de strijd tegen het onrecht dat zich gedurende eeuwen in zijn geboorteland Suriname afspeelde centraal in zijn boek. Wij Slaven van Suriname slaat niet zozeer op de mensen die rechteloos, als objecten in plaats van mensen werden gezien, vóór de afschaffing van de slavernij. Met ‘Wij Slaven’ doelt hij op de nazaten van slaven én op de contractarbeiders die van heinde en verre werden gehaald om te werken op de plantages waar eens de slavenzweep heerste. Zijn oproep aan Nederland is om iets te doen aan de armoede waar het overgrote deel van de Surinaamse bevolking onder gebukt gaat.
Met zijn boek probeerde hij alle Surinamers, de slachtoffers van een bruut koloniaal systeem, te verenigen en te verbinden. Van inheemsen tot nazaten van slaven, van Chinezen tot Hindoestanen en Javanen. Ook brak hij radicaal met de geschiedschrijving zoals die hem in zijn jeugd werd voorgeschoteld. De heldendaden van Piet Hein en Michiel de Ruyter moesten in de Surinaamse geschiedenisboeken plaatsmaken voor de eigen helden, Boni, Baron en Joli Coeur, die zich durfden te verzetten tegen de slavernij. Daarmee gaf hij Surinamers een gevoel van eigenwaarde terug.
Vooruitkijkend is De Kom onze hoop voor de toekomst, als het gaat om de verwerking van onze gedeelde geschiedenis, ons koloniaal verleden. Wij Slaven van Suriname wordt nu in brede kring gelezen. Niet alleen in Nederland, maar dankzij vertalingen nu ook in Duitsland, Engeland en de Verenigde Staten. Recentelijk zagen we ook een vertaling verschijnen in het Macedonisch. Meerdere vertalingen zullen volgen. Het is belangrijk dat onze jeugd ook kennisneemt van het werk van De Kom. Daarom zijn wij als Anton de Kom Stichting zeer verheugd dat er afgelopen week ook een WSVS-editie verschenen is in de serie Tekst in Context, voor scholieren in het voortgezet onderwijs.


Vandaag zijn we hier vanwege een andere strijd die Anton de Kom streed. Ondanks zijn drie maanden eenzame opsluiting in Suriname, zonder enige vorm van proces, ondanks zijn verbanning, door het koloniaal gezag, uit zijn eigen geboorteland. Door de Nederlandse autoriteiten werd hij, na zijn verbanning uit Suriname, gezien als een oproerkraaier, als een communist en als staatsgevaarlijk. Het werken werd hem onmogelijk gemaakt. Hij werd geschaduwd door agenten van de Haagse Inlichtingen Dienst. Toen de oorlog uitbrak werd bijna iedereen van deze dienst lid van de NSB.
De Kom werd gezien als staatsgevaarlijk, maar terugkijkend stond juist hij aan de goede kant van de geschiedenis. Hij maakte een radicaal andere keuze, vóór het goede.
Tussen juli 1941 en augustus 1944 is De Kom actief in het verzet. Hij schrijft artikelen voor de verzetskrant De Vonk en helpt mee met de distributie. Zijn drijfveer was de strijd tégen onrecht en vóór democratie en rechtvaardigheid. Niet alleen voor Afro-Surinamers, niet alleen voor Surinamers, maar voor alle arbeiders en alle verdrukten, dus ook voor de arbeiders in Nederland en allen die gebukt gingen onder het juk van de bezetter.
Op 7 augustus 1944 wordt De Kom gearresteerd en gevangengezet in Scheveningen, in het zogenaamde Oranjehotel. Dan volgt overplaatsing naar Vught en het transport naar het kamp Sachsenhausen, 35 kilometer van Berlijn. Dan volgt het concentratiekamp Neuengamme, bij Hamburg. Op 24 april 1945, nu 77 jaar geleden, nog geen maand voor de bevrijding van Nederland, overlijdt hij in het buitenkamp Sandbostel.
Een kwestie die mij persoonlijk bezighoudt is: zou De Kom, als hij er niet voor gekozen zou hebben in het verzet te gaan, de oorlog gewoon ongestoord doorstaan hebben? Hij was als nazaat van slaven, hij die op zijn zachtst gezegd ‘onheus’ werd behandeld in Suriname en ook na zijn gedwongen verblijf in Nederland, het land toch zeker niets verplicht? Maar zijn karakter maakte dat hij koos voor hetgeen hem rechtvaardig en noodzakelijk leek. Daarvoor heeft hij de hoogste prijs moeten betalen.
De Anton de Kom Stichting is verheugd dat er nu ook precies op de plek waar zijn voetsporen liggen een blijvende herinnering is aan het leven van een in vele opzichten bijzondere en belangrijke man, zowel voor Suriname als voor Nederland, strijdbaar voor de goede zaak.
Wij danken mevrouw Ange de Beer, die het initiatief nam voor deze stolpersteen, zeer hartelijk. Ook veel dank aan mevrouw Alida van Zon. De vertegenwoordiger van de kunstenaar Gunter Demnig, hier in Den Haag, de heer Jan Karel.
Bijzonder dankbaar zijn we dat mevrouw Judith de Kom vandaag bij ons aanwezig kan zijn.




Foto's, van boven naar beneden:
Ook de stratenmaker die de stolpersteen legt is er blij mee.
Het verzamelde gezelschap in de Johannes Camphuysstraat, rechts minister Franc Weerwind
Carl Haarnack, voorzitter van de Anton de Kom Stichting
Judith de Kom
(c) Herman Keppy



 
Share our website