Molukse zaken: Geen fan kan zonder

Geen fan kan zonder

door Herman Keppy

Gezien de grote media-aandacht blijkt de presentatie van het boek Astaganaga, 50 jaar Massada een evenement van nationaal belang. Niet alleen Moluks, nee, Nederlands nationaal belang, zelfs. Het NOS-journaal van 20:00 uur op zaterdag 11 maart besteedde er aandacht aan. Opmerkelijk, want de hoogtijdagen van deze van oorsprong Molukse band liggen al ver achter ons. In die jaren, zo tussen 1975 en 1980, toerde Massada met veel succes door het hele land, van schoolfeestzaal tot grote concertzaal. De band bracht twee elpees uit die binnen no time de gouden status haalden. Naar de eerste elpee, Astaganaga (betekenis: geweldig, te gek), is ook het boek vernoemd. De andere elpee is Pukul Tifa, die te vinden was in menige jongerenkamer naast bijvoorbeeld Hotel California van The Eagles en Harvest van Neil Young.


In die periode stonden de singles Arumbai en Sayang é wekenlang in de top tien. De laatste, eigenlijk een song die niet bij de stijl en het repertoire van Massada past, was dé tophit die met goud werd bekroond. Een derde elpee, Baru, volgde en nog wat singles die minder aansloegen, en vervolgens werd het stil rond de band. Er verschenen nog wel cd’s van de oude vinylplaten en enige liveregistraties, maar toen begon ‘de sabbatical’, zoals oprichter en leadzanger Johnny Manuhutu die periode noemt.
Zijn naam prijkt als auteur op de cover, maar in wezen blijkt de inhoud een samenstelling te zijn van meerdere interviews die (Molukse) journalist Victor Joseph met Johnny had. Ze kennen elkaar al jaren, hebben ook samengewerkt, en daarom is het vreemd dat Johnny in de vragen met ‘u’ wordt aangesproken. Tuurlijk, Victor is elf jaar jonger en Johnny dus een bung (oudere ‘broer’) die volgens de Molukse gewoonte met enig respect moet worden benaderd, maar schrijver dezes, die twaalf jaar met de bekende zanger verschilt, zegt gewoon jij, omdat dat nu eenmaal beter lijkt te passen.
Dat komt doordat Johnny Manuhutu een beetje van ons allemaal is. Hij en zijn band vormen een deel van onze jeugd. Dat bleek wel het meest toen het tv-geschiedenisprogramma Andere Tijden in 2019 een aflevering aan de band en de successen van toen besteedde, onder de onontkoombare titel ‘Trots op Massada’. Een uitzending waar de redactie van het programma volgens mij nog steeds met veel plezier en trots op terugkijkt. De uitzending heeft in ieder geval aardig bijgedragen aan de revival van de band, die al enige jaren daarvoor was ingezet. Massada toert weer veel door het land, met de nummers van toen, met groot succes – bijna even veel als destijds.




Het boek
Voor de fans is er nu het forse boek Astaganaga, 50 jaar Massada: 292 pagina’s, 24 x 34 cm en bijna twee kilo zwaar. Met opzet schrijf ik ‘fans’, want het valt in die categorie. Jongeren wilden vroeger elk boek over hun favoriete voetbalclub hebben, posters van hun pop- of filmidool aan de muur, en kochten voor zover de portemonnee het toeliet alle singles en songbooks van hun favoriete popband. En hebben zij dat niet gedaan of die dingen weggegooid, dan kopen ze op oudere leeftijd alsnog die memorabilia van vroeger.
Astaganaga, 50 jaar Massada, geen fan kan zonder. Het is voornamelijk een fotoboek. De foto’s zijn vaak over de volle breedte en hoogte van de pagina’s afgebeeld. Jammer genoeg lenen niet alle foto’s zich daartoe vanwege de mindere kwaliteit, maar dat mag de pret niet drukken. Voor de tekst hoeft de gemiddelde oudere jongere de bril niet op de neus te zetten, de letters zijn als in een kinderboek lekker groot afgedrukt. In totaal gaat het dus niet om zoveel tekst als misschien van tevoren verwacht.
Het is het verhaal van Johnny, dat begint met de komst naar Nederland. Hij zat als kleuter op het eerste schip van alle Molukse transporten, dat in 1951 aanmeerde in Rotterdam. Johnny vertelt over zijn zware jeugd in kamp en woonwijk; een getraumatiseerde vader die zijn kinderen in slechte buien mishandelde, speelde daarin een tragische rol. Johnny verwijt dat uiteindelijk niet zijn vader maar wel de Nederlandse regering, die vader en zijn voormalige collega’s van het KNIL niet goed heeft behandeld door hen te ontslaan en verder geen – psychische – hulp te bieden.
Ook de leuke dingen komen aan bod. Johnny vertelt over zijn eerste liefde, een plaatselijke slagersdochter met wie hij op zijn vijftiende al de liefde bedreef. Verdere details over zijn liefdesleven blijven beperkt tot een opmerking over de gloriedagen van Massada, toen hij soms afsprak met vier meisjes op één dag. Te veel om hun namen te onthouden, dus noemde hij ze allemaal maar Angelique.
Ook over de ontmoetingen met de topartiesten van toen, zoals Mick Jagger en Peter Tosh, leren we niet veel, niet meer dan we al wisten: hij heeft met ze gevoetbald. Of de ontmoeting met Michael Jackson, die hij backstage ontmoet – Massada zit in het voorprogramma van the Jacksons. ‘Ik vroeg aan Michael waar het eten voor de artiesten was. Hij wees in welke ruimte ik moest zijn.’ Dat is het, meer niet.




De band
Johnny is de oprichter en de leider van de band. Hij besliste wie kwam en wie ging. Dat ging niet zonder slag of stoot, zoals bij meerdere bands, maar waar de grieven precies lagen? Het had met auteursrechten op de songs te maken en had tot gevolg dat Massada meerdere transformaties doormaakte; de bezetting van nu speelt alweer vele jaren samen. Het is nog steeds een swingende band van formaat, met topmusici als percussionist Nippy Noya en gitarist Rudy de Queljoe.
Wel een beetje jammer is het dat die in het boek niet aan het woord komen, noch aansprekende bandleden van toen als percussionist Zeth Mustamu of gitarist Chris Latul. En wat is er gebeurd met de manager uit de hoogtijdagen, Joke Zonneveld? In 1988 was het voor haar voorbij, maar waarom zij ging, we mogen er naar gissen.
Het boek sluit af met de reizen die Massada in 2009 en 2017 naar de Molukken maakte om op te treden. Mooie foto’s. De bandleden werden er als helden ontvangen. Maar als bijvoorbeeld de mannen op het eiland Saparua (waarvan de familie van Johnny stamt) op de dag van het optreden niet snel een podium in elkaar hadden getimmerd, had Massada er nooit kunnen optreden. Het werd alsnog een gedenkwaardig concert, voor de eilandbewoners en voor de band.
Massada bestaat vijftig jaar en Johnny Manuhutu, inmiddels bijna 75 jaar jong, is nog lang niet van plan te stoppen.


Johnny Manuhutu, Astaganaga, 50 jaar Massada, Walburg Pers, 2023

N.B. Overigens verscheen vorig jaar november bij Bloomsbury Publishers een Engelstalig boek met dezelfde titel Astaganaga van pophistoricus Lutgard Mutsaers, waarin zij het opmerkelijke feit belicht dat juist een Molukse popband hoogtijden beleeft in een periode waarin hun Molukse generatiegenoten Nederland en de wereld opschrikken met gewelddadige acties.



 
Share our website