Een 'bioloog' kijkt naar 'rassen'


door Arjen Mulder

Bij mensen zijn er vier bloedgroepen, A, B, AB en O. Bijna alle Zuid-Amerikaanse indianen hebben O, bij Basken en Aboriginals komt B nauwelijks voor, Afrikanen dragen meer genen voor B (13%) dan Europeanen (8%). Mensen met A of AB zijn vatbaarder voor pokken dan mensen met B en O. Ook zijn er verschillen in resusfactor en andere bloedkenmerken tussen mensen met een verschillende etnische achtergrond. Dit is belangrijk om te weten voor een Nederlandse bloedbank als Sanquin, omdat in andere werelddelen veelvoorkomende bloedgroepen zeldzaam zijn bij de huidige donors, terwijl niet-westerse migranten vaker bloedgerelateerde aandoeningen krijgen en daarom vaker donorbloed nodig hebben.
Sikkelcelanemie komt alleen voor bij mensen uit Afrika en het Midden-Oosten. Als dokters daar geen rekening mee houden, blijken ze de sikkelcelziekte nogal eens te verwarren met de zoveelste morfineverslaving bij een zwarte patiënt, terwijl deze alleen maar probeert de ondraaglijke pijn van de werkelijke ziekte te onderdrukken.
De kans dat een orgaantransplantatie slaagt, neemt toe als je de organen tussen leden van dezelfde etnische of raciale groep matcht.
Medicijnen werden tot voor kort getest op jonge witte mannen. Inmiddels is duidelijk dat medicijnen niet altijd hetzelfde werken bij mannen of vrouwen en evenmin bij verschillende etniciteiten. In Amerika werd het in 1993 bij de National Institutes of Health Revitalization Act verplicht gesteld om vrouwen en minderheidsgroepen als proefpersoon te betrekken bij het testen van geneeswijzen. In 2005 keurde de FDA het eerste medicijn goed dat speciaal was gericht op zwarten: BiDil, een combinatie van een bloeddrukverlager en een vaatverwijder. De andere beschikbare middelen werkten beter bij witte Amerikanen. Door corona is duidelijk geworden dat er ook grote verschillen bestaan tussen hoe oude en jonge mensen op een ziektekiem of geneesmiddel reageren.

Welke biologische kijk?
Tot zover de interessante informatie die ik aantrof in Midas Dekkers' laatste boek, Wat loopt daar? Een biologische kijk op rassen. De rest van het boek is een stuk minder informatief, omdat Dekkers daar nog eens uitvoerig alle clichés en stereotypen doorneemt die er door witte biologen en antropologen in de afgelopen eeuwen zijn verspreid over 'vreemde volken', afgezet tegen kennis over honden- en plantenrassen. In de informatieve vijf bladzijden over de medische verschillen tussen de verschillende etniciteiten (p. 235-240) is de toon ook minder opgefokt of pijnlijk jolig dan in de veel te vele pagina's van de rest van het boek.
Natuurlijk weet Dekkers in welke discussie hij zich plaatst als hij nu een boek over 'rassen' uitbrengt. Hij verwoordt zijn stellingname op bladzij 121: 'Al heeft een indeling in rassen sociale en politieke consequenties te over, de definitie moet in handen blijven van de vakman: de bioloog.' Ofwel, alles wat er in de vele discussies rond institutioneel racisme en postkolonisatie wordt beweerd over rassen is onjuist, alleen de bioloog weet waarover hij het heeft. Welke bioloog bedoelt Dekkers hier precies?
Een pagina eerder haalt hij de Deklaration von Schlaining zur Rassenfrage (1995) aan van een groep van achttien Duitse biologen en genetici die verklaren dat het begrip ras 'totaal verouderd' is en vervangen moet worden door genetische informatie over afzonderlijke groepen mensen, zonder vooraf rassenindelingen op te leggen aan de data - wat Dekkers niet vermeldt.
Wel noemt hij de Jenaer Erklärung (1995) van de Universiteit van Jena waarin de biologen verklaren dat het begrip 'ras' voor eens en altijd uit het wetenschappelijk taalgebruik dient te worden gewist, omdat het begrip een gevolg is van racisme en niet de oorzaak ervan (ook dit argument vermeldt hij niet).
Dekkers uitgangspunt is: als we het over racisme willen hebben, zullen we eerst moeten weten wat een 'ras' eigenlijk is, en daarvoor moeten we bij 'de bioloog' zijn, zoals hij er een is. De witte wetenschappers in Jena zagen dertig jaar geleden in dat je al een racist moet zijn om het begrip 'rassen' te kunnen verzinnen en gebruiken om bevolkingsgroepen van elkaar te onderscheiden op grond van uiterlijke of genetische kenmerken.
Racisme komt vóór het begrip ras, niet erna. Als je van een andere groep een ras maakt, roep je ook jezelf uit tot ras. Het biologische begrip 'ras' doet zich voor als een beschrijvende term, maar is een bevel: let op deze verschillen (en dus niet op andere). Het begrip 'ras' blijkt na grondig testen in het veld en het laboratorium niets te verklaren over wat dan ook van het studieobject 'mensen'. Maar het is door kolonisten wel als verklaring gebruikt om de eigen schanddaden tegen de inheemse bevolking en natuur te rechtvaardigen. God's own race.
Er zijn uit de hele wereld tientallen, zo niet honderden verklaringen van biologen en genetici te vinden over de giftigheid en onbruikbaarheid van het oude biologische begrip 'rassen'. En toch denkt Midas Dekkers de biologen blij te maken door een ouwe koe uit de sloot te halen en te doen alsof het nog steeds een onschuldig kalfje is.

Waarom alleen witte wetenschappers?
Ik herinner me jaren geleden een filmpje op tv te hebben gezien waarin Midas Dekkers met zijn bekende uitgestreken gezicht enkele feiten opsomde over de verschillen tussen de rassen op aarde. Hij stond voor een rij halfnaakte mannen die als levende standbeelden de vier 'hoofdrassen' vertegenwoordigden. Toen Dekkers voorlas dat het oorsmeer van het Aziatische ras grijzer en korreliger is dan dat van de andere, begonnen de mannen spontaan in hun oor te peuteren en te vergelijken waar hij het over had.
Ik moest daar toen erg om lachen, omdat het de klassieke scheiding doorbrak tussen de wetenschapper die 'objectieve' kennis verzamelt en de onderzochten die dat lijdzaam moeten ondergaan. Dekkers stond zijn vier mannen toe hun eigen subjectiviteit, ervaring, mening of belangstelling te tonen. Hij maakte mensen van wat anders het kille begrip 'rassen' was gebleven.
Tegelijk liet hij zien wat een bizarre onderneming de wetenschap van de biologie of bio-antropologie was die dit soort rassenkennis heeft verzameld, gewapend met wattenstaafjes, schedelklemmers, meetlinten, bloedprikken, naaktfoto's frontaal en van achter, en nog een heel arsenaal aan vernederende apparatuur en praktijken. De bioloog Dekkers formuleerde zijn kritiek op de witte wetenschap niet expliciet, maar die was wat mij betreft duidelijk.
In Wat loopt daar? gunt hij geen ruimte aan de verschillende 'mensenrassen' om hun kijk op de dingen te geven. Hij citeert uitsluitend witte onderzoekers in woord en beeld, de meesten van voor de Tweede Wereldoorlog. (Na de Holocaust schakelde de antropologie over van het bestuderen van de verschillende soorten mensenlichamen op het vergelijken van verschillende culturen.) Waarom alleen deze witte wetenschappers? Omdat, verklaart Dekkers, hun wetenschap 'waardevrij' is en 'zonder geheime agenda'. Daarmee maakt hij duidelijk dat zijn eigen witte ras voor hem onzichtbaar is.
Waarom staan er geen verhalen en plaatjes in zijn boek van hoe bijvoorbeeld een Amerikaanse indiaan of Aziatische denker van 1700 tot heden keek naar het witte en/of eventuele andere rassen? Dekkers negeert de vele bronnen die er inmiddels zijn gepubliceerd vanuit wat nu indigenous knowledge en indigenous science heet, de wetenschap van de inheemse groepen die eeuwenlang is onderdrukt, zo niet fysiek vernietigd door de witte westerse wetenschap (en het christelijk geloof, een moordlustige invloed op het rassendenken die Dekkers buiten zijn boek heeft gehouden).
Dekkers gunt al die 'rassen' van hem geen eigen mening of zienswijzen, maar wat hij wel doet is al hun gevoelens en pijn, alle mishandeling en vernedering wegmoffelen onder een dik tapijt van eufemismen. 'Veel narigheid' zeggen als je eeuwenlange volkerenmoord en verkrachting en uitbuiting bedoelt, is ronduit stuitend. En waarom heeft hij niet gewoon op straat aan een zwarte Nederlander gevraagd, hem uit te leggen wat het biologische begrip 'ras' in de praktijk inhoudt?
Zo toont Midas Dekkers de juistheid aan van de Jenaer Erklärung: het begrip 'ras' is zo door en door giftig dat het zelfs de lachende bioloog met de beste bedoelingen een naar, racistisch boek liet schrijven.

Midas Dekkers, Wat loopt daar? Een biologische kijk op rassen, Atlas Contact, 2021

De collage bovenaan is gefabriceerd door Arthur en Arjen Mulder.

 
Share our website